1. Vrijstelling wordt verleend voor:
a) speciaal voor laboratoriumgebruik gefokte dieren die gratis aan laboratoria worden afgestaan;
b) biologische of chemische stoffen die binnen de grenzen en onder de voorwaarden van artikel 60 van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen ( 1 ) worden ingevoerd.
2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is beperkt tot dieren en biologische of chemische stoffen die bestemd zijn:
a) hetzij voor openbare instellingen of instellingen van openbaar nut wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is, en voor diensten die onder een openbare instelling of instelling van openbaar nut ressorteren en wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is;
b) hetzij voor particuliere instellingen wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is en die van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming hebben om deze goederen met vrijstelling in te voeren.